Wedstrijdzwemmen met je B diploma

Zwemmen is voor iedereen, van jong tot oud. Het houdt je fit en gezond en er is weinig kans op blessures. Wedstrijdzwemmen is een watersport die je al kan doen als je het A en B diploma zwemmen hebt gehaald.

Verder na je zwemdiploma

Heb jij je B zwemdiploma gehaald en wil je blijven zwemmen? Ben jij een echte waterrat en vind je het echt kicken om zo hard mogelijk naar de overkant te zwemmen? Dan is wedstrijdzwemmen wat voor jou! Door de trainers krijg je alle zwemslagen goed aangeleerd. Zo leer je de borstcrawl, rugcrawl, schoolslag en ook de vlinderslag.

Je traint voor de competitie-, vriendschappelijke- en medaillewedstrijden. Om je ze goed mogelijk voor te bereiden op deze wedstrijden word je zwemtechniek verbeterd en aan je conditie gewerkt.

De wedstrijden

Als je na een periode de instroomgroep hebt verlaten en de basis van de vier zwemslagen on de knie hebt ga je je eerste wedstrijd zwemmen. Voor een wedstrijd wordt uitgenodigd door de “inschrijver”. Iedere zwemmer die meedoet aan de wedstrijd krijgt een uitnodiging. In die uitnodiging staat waar welke afstanden je gaat zwemmen en waar de wedstrijd gezwommen gaat worden. Dit kan zowel in Lelystad in de Koploper zijn als in een andere plaats. Als er een uitwedstrijd plaatsvind wordt het vervoer onderling geregeld.

Bij de wedstrijd krijg je instructie van de ploegleider zij/hij verteld wanneer je bij welke baan moet gaan staan. Als je aan de beurt bent geeft de scheidsrechter het signaal dat je op het startblok moet gaan staan. Na het “op uw plaatsen” volgt het startfluitsignaal en duik je in het water voor je race. Je zwemt zo snel mogelijk de afstand in de juiste zwemslag. De tijd die je zwemt wordt door een official opgenomen en wordt later doorgestuurd naar de KNZB. Je gezwommen tijd kun je later terug vinden op swimtimes.nl

Hoe start je met wedstrijdzwemmen?

Als je na je B diploma begint bij Batavia Swim en hebt proef gezwommen dan kom je in de instroomgroep. De vaardigheden die je gaat oefenen hebben wij op een rijtje gezet. Deze vaardigheden zijn ook ontwikkeld om duidelijkheid te verschaffen aan de kinderen en ouders wanneer zij in aanmerking komen voor de groep minioren of Train B (junioren). Maar het belangrijkste is dat de kinderen plezier hebben in het zwemmen. De voorwaarden dienen toegepast te worden aan de kinderen op basis van lichamelijk vermogen en leeftijd. Een kind van 6 heeft een heel andere motoriek dan een kind van 11. De trainers bij de Instroomgroep kijken naar de onderstaande voorwaarden zodat de kinderen snel de gewenste vaardigheden leren en kunnen doorstromen naar de minioren.

Testmomenten van de instroomgroep
Om zo snel mogelijk door te kunnen stromen is het belangrijk dat de kinderen door de trainers worden gestimuleerd/gemotiveerd om hun best te doen en goed te luisteren. Om duidelijkheid te verschaffen zijn er “testmomenten”. Dit moment heeft een dubbele betekenis. Voor de trainers geeft dit inzicht of een kind kan doorstromen of welke aandachtspunten er zijn bij de betreffende kinderen om dit doel te bereiken. Denk bijvoorbeeld aan het verbeteren van de snelheid, uithoudingsvermogen, technieken bij starts & keerpunten. Voor de kinderen is dit een moment om een gevoel te krijgen welke vaardigheden zij moeten beheersen, maar zeker ook dat de kinderen zich realiseren wat al bereikt en geleerd is. Voor de ouders van de kinderen geeft dit ook meer duidelijkheid in welke fase van vaardigheden hun kind zich bevind. Eens per 3 maanden is er een “test” moment.

De zwemslagen

De overgang van instroomgroep naar minioren zal in overleg met de coördinator van de miniorengroep plaatsvinden. De kinderen dienen onderstaande vaardigheden te beheersen om door te kunnen stromen.

 

De borstcrawl

Techniek De minioren: 50m borstcrawl/vrije slag zwemmen binnen 50 sec.  De junioren: binnen 43 sec. Het behalen van deze tijden tijdens een competitiewedstrijd geeft de deelnemer het recht om de andere onderdelen over te kunnen slaan en eerder te kunnen doorstromen naar de minioren of Train B. Hiermee willen wij bereiken dat kinderen met een talent de kans krijgen om te werken aan techniek en snelheid. Doorstromen gebeurt in overleg met de trainers.

De rugcrawl

Techniek
 100m zonder rugcrawl te stoppen, met keerpunten en stroomlijnfase onderwater. Het aantal “slagen” kunnen tellen vanaf de vlaggetjeslijn voordat je het keerpunt inzet zodat je goed uitkomt bij de muur. De onderwaterfase bestaat uit 6x vlinderslag benen in de stroomlijn positie en door de neus langzaam uitademen (wenselijk).

De schoolslag

Techniek 100m Schoolslag kunnen zwemmen met minimaal drie keerpunten waarbij je met twee handen gelijktijdig de muur aantikt en door zwemt zonder te stoppen. Bij start en keerpunt de onderwaterfase van de schoolslag kunnen uitvoeren; arm doorhaal (eventueel vlinderkick) en bij de tweede slag starten met de schoolslagcyclus. Belangrijk is dat het kind in het midden van de baan blijft zwemmen.

De vlinderslag

Techniek Voor de minioren 25m vlinderslag zwemmen: waarbij beide armen “over” het water naar voren gebracht worden en dat meer dan 8 slagen vol kunnen houden en verplicht twee keer vlinderbenen uitvoeren per een keer vlindercyclus. Bij het start moet een stroomlijn te zien zijn bij de onderwaterfase en het keerpunt wordt uitgevoerd door met twee handen gelijktijdig de muur aan te tikken.

Voor de junioren geldt, 50m vlinderslag zwemmen: waarbij beide armen “over” het water naar voren gebracht worden, dit meer dan acht slagen per 25m vol kunnen houden en verplicht twee keer vlinderbenen uitvoeren per een keer vlindercyclus. Bij het start en keerpunt moet verplicht een onderwaterfase uitgevoerd worden en het keerpunt wordt uitgevoerd door met twee handen gelijktijdig de muur aan te tikken.

 

De start

Techniek Van het startblok duiken en 15m onderwater zwemmen zonder adem te halen. Voor de borstcrawl, schoolslag en vlinderslag een redelijk goede startduik van het startblok kunnen maken, met een goede onderwaterfase. Voor de rugcrawl een goede start kunnen maken vanuit het water.

Samen trainen in een baan Tijdens de trainingen zwem je met meerdere zwemmers (van hetzelfde niveau) in een baan. Je zwemt niet in het midden maar rechts uit het midden. Zo zwem je achter elkaar aan in een cirkel zonder elkaar te hinderen en train je samen. Sommige kinderen zullen sneller zwemmen dan andere kinderen, die laat je dan daar waar het kan even voor gaan.

 

Trainingsbenodigdheden De volgende materialen dient een kind in zijn bezit te hebben als zij/hij gaat zwemmen bij de afdeling wedstrijdzwemmen:

  • voor de meisjes een badpak (geen bikini!)
  • voor de jongens een zwembroek

Trainingsmaterialen

  • een zwembrilletje
  • een badmuts
  • een bidon
  • een plankje
  • een achtje
  • zoomers (zwemvliezen met kleine stuwvlakken)
  • handpeddels (in een later stadium)

en een netje (meshbag) om alles in te doen

Mijn eerste zwemwedstrijd

Batavia Swim eerste zwemwedstrijd