Deze pagina dient
ter ondersteuning
van je zwemplezier.

Snap je iets niet,
vraag het je trainer
aan het bad.

De Zwemslag
Algemeen
Bij de rugslag ligt de zwemmer op de rug in het water.
Afstanden 50, 100, 200m, zowel in een 25m als in een 50m bad.

Zwemslag
De race wordt in rugligging uitgevoerd.
Tijdens een race (behalve tot 15m na start en keerpunt) moet enig lichaamsdeel het wateroppervlak doorbreken.
Staan, lopen over en/of afzetten van de bodem mag niet.

De start
De start vindt plaats in het water. Na het 1e lange fluitsignaal springt de zwemmer te water en na het 2e langgerekte fluitsignaal neemt de zwemmer zo snel mogelijk de starthouding aan, waarbij de voorzijde van het lichaam naar het startblok is gericht. Het gezicht hoeft dat niet. Met beide handen worden de startgrepen aan het startblok vastgehouden. Staan in of op de overloopgoot is niet toegestaan. Na het startsignaal moet in rugligging worden afgezet.
Na de start mag er tot 15 meter onder water gezwommen worden; uiterlijk op de 15m lijn moet het hoofd het wateroppervlak hebben doorbroken.
Het Keerpunt
Tijdens de keerpunten mag de rugligging verlaten worden, en als de borstligging is aangenomen dient een continue beweging met een enkele of dubbele armdoorhaal gemaakt te worden om het keren in te zetten. Tijdens de armdoorhaal mogen er beenslagen gemaakt worden. De keerwand moet met enig lichaamsdeel worden aangeraakt. Op het moment van de afzet moet de zwemmer weer in rugligging zijn. Na het keerpunt mag er tot 15 meter onder water gezwommen worden; uiterlijk op de 15m lijn moet het hoofd het wateroppervlak hebben doorbroken.
De Finish

Het eindpunt moet in rugligging worden aangetikt. Je mag vanaf de vlaggenlijn geheel onderwater zijn.

Wat gaat er vaak mis bij de rugslag

1. Keerpuntfout
De meeste diskwalificaties komen voort uit een fout keerpunt. Het gebeurt regelmatig dat zwemmers bij het keerpunt te vroeg naar borstligging zijn gedraaid en tot de muur uitdrijven; het is dan geen continue beweging meer. Ze zijn in feite niet meer bezig met het keerpunt.

2. Stuwen met de benen
Stuwen met de benen in borstligging zonder dat er een armbeweging plaats vindt en de zwemmer dus niet bezig is met het keerpunt, ook dit is een diskwalificatie.

3. Niet op de rug aantikken bij de finish
Bij de finish van de rugslag moet er altijd in rugligging worden aangetikt. Je mag niet naar de borstligging draaien.

Filmpjes over het uitvoeren van de rugslag

De rugslag

Kijk bij de onderwaterbeelden goed naar het kantelen van het lichaam en dat de schouders steeds boven het water uitkomen bij de doorhaal.

 

Uitleg

Uitleg van de rugslag door Cloe Sutton 2-voudig deelneemster aan de olympische spelen.
(Helaas wel in het engels)

Start, keerpunt en finish

Hiernaast een filmpje over de start het keerpunt en finish van de rugslag


Kira Toussaint Nederlands recordhoudster op de rugslag

Nederlands kampioen en recordhoudster Kira Toussaint
25 mtr bad – 100m rugslag NR 56,21 sec.
50 mtr bad – 100m rugslag NR 59,80 sec.

Met zeven woorden door de magische minuut-grens

Zwemster Kira Toussaint zwom de 100 meter rugslag onder de minuut. Haar races hebben altijd hetzelfde ritme.

Lees hier verder