Deze pagina dient
ter ondersteuning
van je zwemplezier.
Snap je iets niet,
vraag het je trainer
aan het bad.
De Zwemslag
Afstanden 50, 100, 200m, zowel lang- als kort bad.
Zwemslag waarbij met de armen het water opzij en naar achteren geduwd wordt. De armen blijven in het water liggen. De benen maken een zijwaartse/achterwaartse trapbeweging.
De schoolslag wordt gezwommen in een cyclus bestaande uit een armslag gevolgd door een beenslag. Gedurende de hele race wordt in borstligging gezwommen; m.u.v. het keerpunt. In de cyclus dienen armen en benen altijd in het zelfde horizontale vlak en gelijktijdig bewogen te worden. De handen moeten tezamen aan, onder of boven het wateroppervlak van de borst naar voren gebracht worden, en dienen aan of onder het wateroppervlak achterwaarts te worden bewogen. De ellebogen moeten altijd contact houden met het water. Tijdens iedere cyclus (armslag + beenslag) moet het hoofd het wateroppervlak doorbreken.
Voor de beenslag geldt dat bij de achterwaartse beweging de voeten naar buiten moetenworden bewogen. Een extra stuwende beweging in het verticale vlak is daarbij niet toegestaan. Dit mag alleen bij de eerste slag na de start en keerpunt (vlinder-beenslag). Door de aard van de slag maakt het lichaam altijd een golvende beweging waardoor er sprake is van een licht op-en-neer gaan van het lichaam. Dit is dus niet fout. Het doorbreken van het wateroppervlak met de voeten is toegestaan, dit mag echter niet gevolgd worden door een neerwaartse vlinderbeweging met de benen als extra stuwing.
De Start
Bij de 2e cyclus moet het hoofd het wateroppervlak te doorbreken voordat de handen op het wijdste punt van de armslag zijn en weer naar binnen beginnen te draaien.
Het Keerpunt
Een enkele armslag naar het keerpunt, zonder een beenslag, is toegestaan om bij het keerpunt te komen; een enkele beenslag is niet toegestaan. Ook bij deze gedeeltelijke slag vóór het keerpunt dient het hoofd het wateroppervlak te doorbreken. Na de afzet mag de zwemmer de eerste schoolslagcyclus volledig onder water maken. De uitvoering van deze onderwaterslag is geheel gelijk aan de onderwaterslag na de start. Ook hier geldt dan de vlinderbeenslag altijd moet worden gevolgd door een schoolslag-beenslag.
Bij de 2e cyclus moet het hoofd het wateroppervlak te doorbreken voordat de handen op het wijdste punt van de armslag zijn en weer naar binnen beginnen te draaien.
De Finish
Een enkele armslag, zonder een beenslag, is toegestaan om bij het eindpunt te komen; een enkele beenslag is niet toegestaan. Ook bij deze gedeeltelijke slag vóór het keerpunt dient het hoofd het wateroppervlak te doorbreken.
Wat gaat er vaak mis bij de schoolslag
1. Met 1 hand aantikken
Bij de keerpunten en finish moet er met 2 handen tegelijkertijd worden aangetikt op de muur. De handen moet los van elkaar zijn ze mogen niet “op elkaar” op de muur geplaatst worden.
2. 2x een arm en beenslag maken na de start
De onderwaterfase van de schoolslag bestaat uit een duik vanaf het startblok. 1x een vlinderkick, 1x een doorhaal met de armen die tot voorbij de heupen mag komen. Daarna moet begonnen worden met een armslag gevolgd door een beenslag en het hoofd moet het wateroppervlak doorbreken voordat de armen op het wijdste punt zijn.
3. Niet op de buik het keerpunt verlaten
Als je met 2 handen de wand hebt aangetikt bij het keerpunt moet je naar buikligging draaien voordat je je afzet. Je mag dus niet in zijligging afzetten.
Een keerpunt van Adam Peaty Wereldrecordhouder 50 en 100 Langebaan.
Schoolslag met Adam Peaty Wereldrecordhouder
50 mtr bad – 50m 25.95 sec. WR
50 mtr bad – 100m 56.88 sec. WR